Met het lanceren van gedeelde videobewaking in juli 2015 stapte de politiezone West zonder omwegen mee in het smart city-project van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Zes maanden later maakt korpschef Johan De Becker een eerste balans. Hij prijst zich gelukkig dat hij hiermee een pioniersrol heeft vervuld voor het hele Gewest.
Videobewakingscamera's zijn vandaag niet weg te denken uit het stadsbeeld. Ze voldoen reeds aan de noden van de politie, maar in smart cities kunnen ze voor nog veel meer taken worden ingezet. Zo kunnen ze hun nut bewijzen in het bevorderen van de mobiliteit of de openbare netheid. Het delen van videobeelden staat centraal in het project van het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest, dat
verschillende overheidsdiensten wil verenigen binnen een gemeenschappelijk platform voor videobewaking. De korpschef van
de politiezone West, die mee aan de basis ligt van het project, deelt die visie.
Hoe past dit project in de visie van een smart city?
Johan De Becker: Het delen van de middelen en de technologie voor videobewaking is per definitie eigen aan een slimme stad. Met deze videobeelden slaan we een brug tussen diensten die anders elk apart zouden werken. Politiezones kunnen die beelden onderling delen, maar ook met bijvoorbeeld de MIVB of Brussel Mobiliteit. Neem nu een betoging die start in Molenbeek, daarna door de stad Brussel trekt en eindigt aan het Zuidstation, op het grondgebied van de politiezone Zuid. Dankzij het platform zullen de drie politiezones de betoging elk in hun eigen dispatchingcentrum beter in de gaten kunnen houden. Ook voor andere diensten is het platform interessant: onze camerabeelden kunnen bijvoorbeeld van nut zijn voor de gemeentelijke netheidsdiensten die sluikstortingen willen opsporen.
Wat zijn de concrete voordelen van het project voor uw politiezone?
De verschillende middelen die het CIBG in het platform samenbrengt, vormen in de eerste plaats een volkomen betrouwbaar geheel. Dat geldt voor de verbinding tussen de camera's en ons dispatchingcentrum. Deze videobeelden worden vandaag doorgestuurd via het IRISnet-netwerk, dat voor de stabiliteit zorgt die tot nu toe ontbrak. Bovendien is de beeldkwaliteit, vooral van archiefbeelden, flink verbeterd. Wij zijn nu perfect uitgerust om beelden zowel de klok rond in realtime als a posteriori te bekijken, voor onszelf of voor andere veiligheidsdiensten of gerechtelijke instanties. Ten slotte is het systeem bijzonder intuïtief, waardoor de gebruikers er snel mee overweg kunnen.
Welke ontwikkelingen mogen we in de toekomst nog verwachten?
Wij hebben verschillende projecten. We zijn van plan om naast onze dispatching ook een crisiscel te installeren, die in noodsituaties bij de beelden kan. We verwachten ook veel van de computerprogramma's die de beelden een slimme toets geven. Denk bijvoorbeeld aan systemen voor automatische nummerplaatherkenning. Doordat ze gekoppeld zijn aan databanken, kan een politiepatrouille dan een voertuig herkennen dat geseind staat als gestolen, onverzekerd of op te sporen. Deze programma's moeten ook kunnen terugkeren in de tijd, naar onze archiefbeelden, om uit te maken of een verdacht voertuig door de politiezone is gereden.
144 camera's, een twintigtal politieagenten De politiezone Brussel-West bestrijkt de gemeenten Sint-Agatha-Berchem, Ganshoren, Jette, Koekelberg en Sint-Jans-Molenbeek. Hier woont in totaal 18% van de bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze politiezone maakt als eerste gebruik van de middelen die worden aangereikt door het gewestelijke platform voor gedeelde videobewaking. Ze zet 144 videocamera's in en zal dat aantal tegen 2018 optrekken tot 300, waarvan bijna 160 alleen al voor de gemeente Molenbeek. Het dispatchingcentrum telt momenteel een vijftiental agenten, mannen en vrouwen, die in ploegen werken. In het team zitten ook enkele agenten die de beelden op aanvraag ter beschikking stellen, wat het totaal op ongeveer twintig brengt.