Leerlingen moeten zo vroeg mogelijk toegang krijgen tot de digitale klas. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest rust de basisscholen uit met een krachtige internetaansluiting. Het is misschien zelfs tijd om ze dankzij glasvezel een versnelling hoger te doen schakelen, met superbreedband van minimaal 100 Mbps.
Thuis heeft iedereen graag het comfort van snel internet dankzij een krachtige aansluiting. En op school is dat niet anders. Daar is zo’n krachtige aansluiting zelfs des te belangrijker omdat ze door honderden leerlingen tegelijk gebruikt wordt.
Voor internet thuis legt de Europese Unie de
lidstaten een tweevoudig streefdoel op (Digitale Agenda): tegen 2020
moeten alle Europese huishoudens beschikken over een verbinding van
ten minste 30 Mbps en de helft over een van 100 Mbps.
100 Mbps internetaansluiting
Die 100 Mbps zouden ook
in de scholen de norm moeten zijn. Voor de middelbare scholen voert
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dit al in via het
Fiber-to-the-School-plan
.
Dat plan voorziet daarnaast in een VDSL-verbinding met een minimaal
debiet van 30 Mbps voor basisscholen. Het Gewest kan echter nog
verder gaan en de kinderen van de basisschool hetzelfde comfort
bieden als de tieners in het gebruik van digitale pedagogische
hulpmiddelen.
Als dit plan voor de basisscholen verwezenlijkt
wordt, wordt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een EU-koploper op
het vlak van internetverbindingen voor scholen (alle niveaus samen),
en laat het zelfs Zweden, Denemarken en Finland, modellanden wat de
kwaliteit en doeltreffendheid van het onderwijs betreft, achter zich.