Parkeerbeheer is een essentieel onderdeel van het mobiliteitsbeleid en heeft bovendien de afgelopen jaren stevige veranderingen ondergaan: de betaalprocessen zijn gedigitaliseerd, er worden nieuwe, innovatieve technologieën gebruikt voor controles en er werden gedeelde parkeerdiensten ingevoerd, om er slechts enkele te noemen. Die veranderingen, die overigens goed merkbaar zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, worden samengevat onder de noemer 'Smart Parking' (Slim Parkeren). Het Smart City Office van het Brussels Gewest moest zich over deze kwestie buigen tijdens een Smart Lunch. Op die bijeenkomsten nodigt het de verkozenen en medewerkers van de Brusselse plaatselijke besturen uit om hen te sensibiliseren, te inspireren en aan te moedigen om hun organisatie 'smarter' te maken.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat met 'Smart City' gebruikmaakt van intelligente oplossingen op basis van gegevens om de levenskwaliteit van zijn burgers en bedrijven te verbeteren en daarbij actoren uit de viervoudige helix (overheden, burgers, privésector, academische wereld) betrekt, heeft verschillende vaststellingen gedaan.
In de eerste plaats verbetert een efficiënter parkeerbeleid de levenskwaliteit van de burgers aanzienlijk. Het doel van zo'n beleid is om ruimte op de weg vrij te maken voor andere vervoerswijzen en alternatieven voor de auto aan te moedigen. Die verbetering van de mobiliteit in de wijken vraagt om toezicht op de naleving van de regels en om een snellere rotatie van voertuigen waardoor alle gebruikers sneller een parkeerplaats kunnen vinden. Door het gebruik van recente technologieën zoals de scanauto's stijgt het aantal controles ook spectaculair en wordt een volledige digitalisering van het parkeerbewijs mogelijk. De integratie van al deze nieuwe technologieën in de stedelijke ruimte werd op 9 november besproken door de eerste spreker op Smart Lunch nummer 8: Alain Horvath, Innovation Officer bij Parking.brussels.
Bovendien is het dankzij dataplatforms en smartphones nu mogelijk om parkeerplaatsen eenvoudig te delen, die toepassingen werken als een soort 'AirBnB voor parkeerplaatsen'. Laurent Lange van BePark lichtte het dienstenaanbod zeer gedetailleerd voor, samen met nog drie andere projecten rond het delen van parkeerplaatsen die werden uitgevoerd in samenwerking met de openbare sector in het Brussels Gewest.
Het Gewest ziet ten slotte ook de noodzaak in van samenwerking met meerdere partners. Naast de traditionele spelers op het gebied van parkeren (Gewest, gemeente en particuliere operator), komen er ook andere spelers ten tonele. De Brusselse gemeenten hebben de leidende rol in het parkeerbeleid en moeten het aanbod van de verschillende belanghebbenden organiseren. Om dat te bespreken, hadden we het genoegen mevrouw Byttebier, schepen van Mobiliteit van de gemeente Schaarbeek, te ontvangen.
Dhr. Alain Horvath legde eerst uit hoe scanauto's werken: het zijn voertuigen die door de straten rijden en bij iedere parkeerplaats heel wat metagegevens verzamelen (de positie van de auto, de zone waarin die zich bevindt, of het voertuig al dan niet over een parkeerrecht beschikt [een geldig parkeerticket of een andere machtiging] ...). Dat recht wordt gecontroleerd met behulp van 'middleware': een platform dat toegang heeft tot verschillende databanken en die met elkaar verbindt (bijvoorbeeld de databank van de parkeermeters en de databank van de mobiele betalingen).
Met een geautomatiseerde analyse van de gegevens door dat platform wordt bepaald of het voertuig daadwerkelijk over het parkeerrecht beschikt. Indien ja, dan wordt de melding geanonimiseerd en vergeten. Indien dat niet het geval is, wordt het bestand, bestaande uit 9 foto's van de auto en de gescande nummerplaat, naar de 'backoffice' gestuurd waar het door een menselijke controleur zal worden verwerkt. Die kan dan ofwel bevestigen dat het voertuig niet over de juiste rechten beschikt; in dat geval wordt het bestand naar de invorderingsdienst gestuurd. Ofwel wordt er een fout vastgesteld; dan wordt het dossier geweigerd en verticaal geklasseerd.
Een scanauto is niet onfeilbaar, maar wel zeer doeltreffend en verhoogt het aantal controles drastisch. Niet alleen het aantal controles, maar ook het aantal fouten. Een scanauto interpreteert vaak foutief een afbeelding van een nummerplaat op een garagedeur als geparkeerde wagen. Op termijn lijkt de registratie van alle parkeerplaatsen in Brussel een oplossing te zijn. In plaats van camera's te gebruiken om te bepalen of de scanauto wel degelijk een parkeerplaats bekijkt, zou elke parkeerplaats een unieke identificatiecode en unieke kenmerken krijgen, zelfs tijdelijk (bv. tijdens een verhuizing).
Een andere kwestie die dhr. Horvath aanhaalde, is dat bepaalde rechten nog niet gedigitaliseerd zijn, zoals de parkeerkaart voor personen met een handicap (waarmee de gebruiker het recht heeft om te parkeren op plaatsen voorbehouden voor personen met een handicap). Zo'n kaart wordt niet toegewezen aan een voertuig, maar aan een persoon. Het is nu nog niet mogelijk om in de databank de link te leggen tussen de parkeervergunning en het voertuig.
Het laatste probleem dat aan de orde kwam, is dat van de oplaadstations. Er zijn op dit moment 200 plaatsen beschikbaar in het Brussels Gewest en het parkeeragentschap doet alles 'te voet': momenteel is er maar één manier om te weten of een auto echt geparkeerd staat om op te laden, door de controle van een groen lampje (kleine led) op het oplaadstation. Die niet-geautomatiseerde manier zal binnenkort echter niet meer haalbaar zijn, aangezien er 22.000 parkeerplaatsen zijn gepland. De parkeerplaatsen zullen zelf hun status moeten doorgeven en de scanauto informeren dat de geparkeerde auto daadwerkelijk staat op te laden en niet moet worden beboet.
Kortom: de digitalisering zorgt voor goede resultaten, maar er zijn meer details nodig over de werkelijke situatie in de openbare ruimte!
Net als het Brussels Gewest beseft BePark dat de steden en de parkeerwereld aan het veranderen zijn. Om het leven van de burgers te vergemakkelijken, vond BePark het zinvol om parkeerplaatsen flexibel te huur aan te bieden, met maandelijkse abonnementen of op dagbasis.
De basisdoelstelling van de onderneming is altijd geweest de toegang tot de parking te digitaliseren: de badge en/of de afstandsbediening vervangen door een digitale toegangskaart in een applicatie. Deze digitalisering maakt het mogelijk de toegang tot parkings te delen. In het geval van avond-, nacht- of weekendhuur kan de toegang tot de parking gedurende bepaalde tijdstippen verboden worden. Dat verhoogt de veiligheid van de parking en maakt het mogelijk het eigenlijke gebruik te analyseren.
BePark heeft ook een complete beheersoftware voor parkeerbeheer ontwikkeld voor bedrijven en besturen. Zo optimaliseert de RTBF haar parkeerplaatsen door één parkeerplaats voor meerdere werknemers ter beschikking te stellen.
Een van de uitdagingen voor de toekomst is die aanpak uit te breiden naar autodelen, elektrische auto's, klassieke fietsen, bakfietsen en steps. In het Brussels Gewest heeft BePark 260 parkings 'gedigitaliseerd', met in totaal 8.100 parkeerplaatsen die worden verhuurd aan ongeveer 10.000 gebruikers (hoofdzakelijk buurtbewoners).
Drie projecten van de onderneming zijn zeer succesvol geweest. Zo heeft BePark verschillende sociale woningen geholpen; die hebben wel veel onbezette parkeerruimte, maar beschikken niet over de middelen om de toewijzing ervan te beheren. Nu worden de ongebruikte parkeerplaatsen ter beschikking gesteld van hun directe buren.
Het tweede voorbeeld is de gemeente Schaarbeek, waar een streng en ambitieus parkeerbeleid wordt gevoerd. Ook daar werd proactief samengewerkt met sociale huisvesting, maar ook met particuliere eigenaars. Op 7 jaar tijd hebben zij 800 parkeerplaatsen gedigitaliseerd, op 30 verschillende locaties. BePark is nu een onderaannemer van Parking.brussels om deze dynamiek van digitaliseren en delen ook over te brengen naar de openbare spelers. De eerste parkeerplaats die zo werd opengesteld, was bij de Comeniusschool die door de VGC wordt beheerd. Daar werden 40 parkeerplaatsen ter beschikking gesteld van de buurtbewoners, waardoor de parkeerdruk op de openbare weg is verminderd.
BePark ziet vier uitdagingen voor het Brussels Gewest. Eerst en vooral moeten er tegen 2030 wel 65.000 parkeerplaatsen van de openbare weg verdwijnen. Dit betekent dat er alternatieven moeten komen voor de bewoners. Naar schatting is echter 45% van de parkeerplaatsen buiten de openbare weg ongebruikt of onderbenut. Er moet dus overlegd worden met de flatgebouwen om die plaatsen ter beschikking te stellen van de buurtbewoners, maar er zijn wettelijke en juridische obstakels. Er wordt overlegd met projectontwikkelaars om de parkings van meet af aan zodanig te ontwerpen dat ze optimaal kunnen worden gedeeld. Het doel is om parkeren flexibeler te maken: de gebruiker krijgt dan een gegarandeerde parkeerplaats, eerder dan een afgebakende plaats. BePark wijst ook op het stijgende gebruik van fietsen en bakfietsen en de zoektocht naar geschikte parkeeroplossingen daarvoor. Nog een uitdaging: de elektrificatie van voertuigen. De oplaadpunten buiten de openbare weg moeten dicht bij de woningen worden geplaatst, aangezien de meeste auto's daar worden opgeladen. Ten slotte vindt BePark dat de inrichting en het gebruik van Park&Ride, ook bekend als 'transitparkings' of 'ontradingsparkings' rond Brussel, moet worden versneld.
Het BWLKE (Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing) heeft tot doel de
uitstoot van broeikasgassen te verminderen en het energieverbruik te beheersen. Met betrekking tot parkeren streeft het BWLKE naar een vermindering van het aantal beschikbare parkeerplaatsen rondom kantoorgebouwen, om de werknemers te ontmoedigen om de wagen te nemen voor hun woon-werkverplaatsingen. Die parkeerplaatsen kunnen worden omgevormd, maar kunnen ook worden opengesteld voor zachte mobiliteit of voor buurtbewoners dankzij de oplossing die BePark voorstelt.
De laatste spreker was mevrouw Byttebier, schepen van Mobiliteit van de gemeente Schaarbeek. De gemeente streeft naar een hoogwaardige openbare ruimte en voert daarom een zeer proactief parkeerbeleid, dat eerlijk moet worden verdeeld tussen parkeren op en buiten de openbare weg.
Op 1 januari 2020 heeft de gemeente beslist om 3 belangrijke veranderingen tegelijk door te voeren: de overdracht van de parkeercontrole naar parking.brussels (niet langer door Rauwers), de omvorming van de hele gemeente tot een groene zone (op enkele uitzonderingen na) en de digitalisering van alle parkeerbetalingen (sms, mobiele applicatie, bankkaart). Die veranderingen leidden tot een aantal misverstanden bij de bevolking. Zo zijn de blauwe zones geen gratis parkeerzones, maar zones waarin enkel de eerste twee uur gratis zijn. Het is dan ook absoluut noodzakelijk de communicatie met de bevolking te verbeteren.
Dankzij de scanauto's is het aantal controles ook sterk gestegen: in een jaar tijd werden op het grondgebied van de gemeente 6.678.978 auto's gecontroleerd, met een foutenmarge van ongeveer 5%. Nadat de retributies zijn uitgevaardigd, wordt 12% ervan geannuleerd (computerfouten, laattijdige verlenging van de bewonerskaart, fout van de steward ...). Het gaat hier niet zozeer om het percentage, maar veeleer om de stress die zo'n foutieve retributie bij de burger teweegbrengt. Het is dan ook uiterst belangrijk om zoveel mogelijk correcties en annuleringen uit te voeren, voor de retributies naar de gebruikers worden gestuurd.
Het gebrek aan contact met een steward op straat en het verdwijnen van tastbare documenten (een parkeerbewijs, papieren retributies) is voor de burger vaak verwarrend en zelfs stresserend. Er heerst nog veel onduidelijkheid en misverstanden over de manier waarop een bewonerskaart kan worden verkregen, en de digitalisering van de kaart doet het aantal vergissingen en regularisaties achteraf stijgen. Mevrouw Byttebier merkt op dat de overgang gemakkelijker was voor bezoekers van de gemeente: doordat men nu voor de precieze parkeertijd kan betalen (door tot op de minuut nauwkeurig te starten en te stoppen), ligt de prijs voor een parkeerbeurt over het algemeen lager.
De laatste 3 aanbevelingen zijn:
- De technisch beheerder van zulke diensten moet bij de digitalisering en de toename van de controles ook zorgen voor een meer menselijke aanpak;
- De openbare beheerder van deze diensten mag niet vergeten dat parkeercontroles een middel zijn voor een betere verdeling van de middelen en een kwalitatievere openbare ruimte, en geen doel op zich;
- Zowel de inspanningen als de klachten van de automobilisten moeten ernstig worden genomen.